Depressie… De afgelopen twee
blogs die ik aan het onderwerp wijdde hadden een eerder donkere inslag. Vandaag
gooi ik het dan ook graag eens over die andere boeg: steun, warmte ,
vriendschap. En vooral ook veel dankbaarheid. “In tijden van nood, leert men zijn
vrienden kennen.” En blijkbaar mag ik me gelukkig prijzen met aardig wat van
die types.
Een oude kotgenoot, de ouders van
mijn petekindje, een hartsvriendin, een grote broer, een kleine zus,… De lijst
is – wanneer ik er zo even bij stil sta – best wel lang te noemen. Dat is iets
bijzonder en ik weet niet of ik ooit onder woorden kan krijgen hoe dankbaar ik
ieder van hen ben. Want ze staan er, dag en nacht. Ze zijn er wanneer ik
onnozel aan het doen ben, wanneer ik lach, wanneer ik huil. Ze bieden me steun,
houden me af en toe de nodige spiegels voor, durven me pijn te doen. Ze staan
klaar wanneer ik hen nodig heb: een luisterend oor, een stevige schouder, een
kop thee. En alles wat ik hen in de
plaats terug hoef te geven is mijn dankbaarheid. En zelfs die is soms
niet eens nodig…
Ik weet niet of de warme gloed
die ik soms op een spontaan moment ervaar universeel is. Dat warme gevoel dat
vanuit de kern van mijn lijf naar buiten straalt. Tijdens een fietstocht, op
avonden rond de tafel, op de bank met een goed glas wijn. Het is een gevoel van
intens geluk en vervolmaking. Het is het gevoel ergens thuis te zijn. Het is
het weten dat alles wel goed komt, ook als de nacht extra donker is.
Wat vrienden voor een mens
betekenen, kan niet overschat worden. En ik kan enkel hopen dat iedereen
minstens af en toe het geluk mag hebben een goede vriend tegen te komen in
haar/zijn/* leven. Iemand die hen ondersteunt, zelfs als de last op hun
schouders het zwaarst weegt. Iemand die met hen lacht en met hen huilt. Iemand die
complimenten geeft, maar ook eerlijk durft te zijn wanneer dat nodig is.
Ik ben dankbaar dat ik zo’n
mensen in mijn leven heb. Mensen tegen wie ik kan vertellen wat me dwars zit,
wat me gelukkig maakt of soms ook gewoon wat me bezig houdt. Want ik val vaak
in een duister gat, maar ik weet dat zij er zijn om me op te vangen, telkens
weer. Ook al heb ik het niet altijd verdient, al doe ik soms vervelend, al is
mijn rugzak soms nog zo zwaar.
Ik ben hen dankbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten