Een half jaar (en twee dagen) na mijn
start aan Hogeschool PXL – als werknemer en niet als student, al wordt die fout
wel vaker gemaakt… - is het tijd voor een eerste tussentijdse balans. Hoe gaat
het me af? Heb ik spijt van mijn vertrek bij LINC? En… Wat ligt er in het
vooruitschiet?
De eerste dagen en weken waren
hectisch. De start van het academiejaar levert verdomd veel drukte op: nieuwe
studenten die zich komen inschrijven, ouderejaars die hun engagement komen
hernieuwen, ouders die bezorgt even meekomen en passeren aan ‘ons loket’. Maar
naast de drukte was er ook het warme welkom. Een goedemorgen hier, een
vriendelijk gebaar daar… Een hogeschool is – los van alle drukte – best een
aangename plek om te vertoeven.
Nu ik zowat een half jaar bezig
ben, begin ik ook langzaam aan vat te krijgen op de meeste domeinen onder mijn
bevoegdheid. Uiteraard kom ik vaak genoeg vragen tegen waar ik niet
één-twee-drie op kan antwoorden en natuurlijk kom ik af en toe een muur tegen.
Maar ik leer en – zo heb ik de indruk – het vlot.
Af en toe denk ik natuurlijk nog
wel eens terug aan de dagen bij LINC vzw. Aan hoe anders het er daar aan toe
ging. Een andere kijk, een andere aanpak, een ander veld, op een ander ritme,
met een andere maat… Maar hoewel ik af en toe graag eens terug zou gaan, moet
ik ook vaststellen: ik wil wel terug, maar als bezoeker. Eens even een uur, een
dag. Immers: door aan een nieuwe uitdaging te zijn begonnen, is LINC langzaam
verworden tot een herinnering, een ‘er was eens’. De collega’s daar, de sfeer,
de geur van thee en boeken.
Maar au fond: Ik ben gelukkig in
het hier en nu. Natuurlijk klaag ik nog graag regelmatig over ditjes en datjes.
Uiteraard zijn er dagen dat het minder vlot gaat. Maar er zijn ook meer dan
genoeg momenten van succes, blijdschap, motivatie. Ik leer bij, ik heb
afwisseling, ik word uitgedaagd. … en ik moet geen uren per dag meer verslijten
aan verplaatsingen. Dat helpt ook. Dus neen: er is geen spijt. (Op misschien
die enkele momentjes van crisis, waarop het even niet zo vlot op de manier dat
ik het wel. Maar soit… Die heb je overal wel.)
Langzaam krijg ik één voor één
mijn domeinen onder de knie. En hoewel sommige akkers nog geploegd moeten
worden, kan er ook al worden geoogst. Dat geeft voldoening. Dat geeft honger.
Naar beter, naar meer. Een hogeschool stimuleert. Het bruisende leven van dag
tot dag prikkelt de zinnen. Ik heb het goed hier. En kijk uit naar de vólgende
zes maanden.
To be continued.